1.2.3.2.1 Renterisicobeheer
Renterisico over de vlottende schuld
De kasgeldlimiet wordt conform de Wet FiDO berekend naar een vast percentage (8,5%) van het begrotingstotaal per 1 januari. Voor 2017 was de kasgeldlimiet berekend op € 50,0 miljoen.
Uitgangspunt is, zolang de korte rente lager is dan de rente voor langere looptijden dat de kasgeldlimiet optimaal wordt benut. Bij extreem lage lange rente is het mogelijk dat er eerder wordt besloten om korte leningen om te zetten in lange leningen. Dat is in 2017 niet gebeurd.
Kasgeldlimiet | Kwartaal | |||
---|---|---|---|---|
(bedragen x € 1 miljoen) | 1 | 2 | 3 | 4 |
Netto vlottende schuld (+)/vlottende middelen | 46 | 45 | 25 | 33 |
Kasgeldlimiet | 50 | 50 | 50 | 50 |
Ruimte onder limiet | 4 | 5 | 25 | 17 |
Renterisico over de vaste schuld
Voor het renterisico over het begrotingstotaal geldt een norm van maximaal 20% per jaar. Dit houdt in dat wij in enig jaar niet meer dan een bedrag ter grootte van 20% van het begrotingstotaal aan herfinanciering dan wel renteherziening mogen hebben. Dat maximum percentage is door het Rijk ingesteld om een enigszins stabiele rentelast over de jaren te bewerkstelligen.
In onderstaand overzicht is dit voor onze gemeente weergegeven voor de komende 5 jaren.
Hieruit blijkt dat de renterisiconorm in 2017 niet is overschreden en verdere jaren niet overschreden gaat worden.
Renterisiconorm (bedragen x € 1 mln) | Begroot | Realisatie | Begroot | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2017 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
- maximaal renterisico op vaste schuld | 55,8 | 25 | 71,1 | 71,1 | 62,4 | 33,8 |
- renterisiconorm | 117,6 | 117,6 | 118,5 | 118,5 | 118,5 | 118,5 |
Ruimte onder de limiet | 61,8 | 92,6 | 47,4 | 47,4 | 56,1 | 84,7 |