Apeldoorn groeide in 2015 naar ruim 159 duizend inwoners, in 2016 naar ruim 160 duizend en in 2017 naar ruim 161 duizend.
Op 31 december 2015 (en daarmee ook per1 januari 2016) telde Apeldoorn 159.051 inwoners en was daarmee weer de 11e gemeente van Nederland. De bevolkingsomvang is 945 meer dan een jaar eerder en 2.832 meer dan 5 jaar eerder. De groei zette in 2016 en 2017 door, en was met een netto toename van resp. 1.002 en 1.086 zelfs wat groter dan in 2015.
Zoals te zien in onderstaande tabel is de natuurlijke aanwas (geboorten minus overlijdens) al een aantal jaren beperkt in Apeldoorn. Opvallend is het aantal geboorten in 2015 van 1.574. Het is 111 meer dan een jaar eerder, een stijging van 7,6%. In 2016 en 2017 is het aantal geboorten echter weer wat afgenomen. In heel Nederland daarentegen daalde in 2015 het aantal geboorten met -3,0%. Om in 2016 iets te stijgen (+1,1%) en in 2017 weer iets af te nemen (-1,9%).
Loop van de bevolking | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Inwoners per 1 januari | 156.219 | 156.950 | 157.306 | 157.534 | 158.106 | 159.051 | 160.053 |
Geboorten | 1.639 | 1.470 | 1.527 | 1.463 | 1.574 | 1.560 | 1.505 |
Overlijdens | 1.471 | 1.468 | 1.527 | 1.449 | 1.530 | 1.579 | 1.526 |
Natuurlijke aanwas | 168 | 2 | 0 | 14 | 44 | -19 | -21 |
Vestiging | 5.730 | 5.820 | 5.687 | 6.115 | 6.364 | 6.867 | 7.081 |
Vertrek | 5.159 | 5.405 | 5.462 | 5.579 | 5.487 | 5.825 | 5.953 |
Vestigingssaldo | 571 | 415 | 225 | 536 | 877 | 1.042 | 1.128 |
Saldo administratieve correcties | -8 | -61 | 3 | 22 | 24 | -21 | -21 |
Netto groei aantal personen | 731 | 356 | 228 | 572 | 945 | 1.002 | 1.086 |
Inwoners per 31 december | 156.950 | 157.306 | 157.534 | 158.106 | 159.051 | 160.053 | 161.139 |
Bron: BRP Apeldoorn
De relatieve groei van de Apeldoornse bevolkingsomvang was in 2015 met 0,6% iets hoger dan die van heel Nederland, 0,5%. En ook in 2016 en 2017 lag de relatieve groei iets hoger. Maar in al deze jaren wel lager dan het gemiddelde van de 100.000+ gemeenten, 0,8%.
Grootste vestigingsoverschot sinds 1981 houdt aan in 2016 en 2017
Het vestigingssaldo van Apeldoorn is de afgelopen jaren flink toegenomen: +877 in 2015, +1.042 in 2016 en 1.128 in 2017. Zo hoog is dit sinds 1981 niet geweest. In de hele periode van 2011 t/m 2015 was het vestigingssaldo met +2.624 veel hoger dan de 5 jaren daarvoor toen het zelfs negatief was: -793. En van 2013 t/m 2017 was dit zelfs +3.808.
In onderstaande figuur is te zien dat het vestigingssaldo van met name de 25-39 jarigen sterk is gegroeid. En ook dat van de kinderen tot 17 jaar. De combinatie van het vestigingsoverschot van 0-17 jarigen en dat van de 25-39 jarigen geeft aan, dat mensen met kinderen Apeldoorn nog altijd aantrekkelijk vinden om te komen wonen. Daarbij moet ook nog worden opgemerkt, dat het vestigingsoverschot van 0-3 jarigen (die natuurlijk met hun ouder(s) meeverhuizen) de afgelopen paar jaar fors is geweest. Deze trend zorgt er daarom voor, dat het lagere aantal geboorten in de jaren voor en na 2015 in Apeldoorn enigszins is gecompenseerd.
Het negatieve vestigingssaldo van de 18-24 jarigen is de laatste jaren zeer sterk afgenomen. Bij deze leeftijdsgroep spelen studiemotieven om te vertrekken waarschijnlijk een grote rol, gezien de negatieve vestigingssaldi voor de regio’s Groningen, Arnhem/Nijmegen, Utrecht en Amsterdam. Een negatief saldo voor deze groep is dus geen vreemd verschijnsel voor een grote gemeente zonder universiteit.
In onderstaande tabel zijn de vestigingssaldi over de periode 2013 t/m 2017 naar leeftijd en landsdeel te zien, en ook de regio Stedendriehoek. Het grootste deel van het positieve vestigingssaldo kwam op het conto van Oost Nederland, waarvan een substantieel deel uit de Stedendriehoek.
De 18-24 jarigen ‘verloor’ Apeldoorn per saldo het meest aan West Nederland. Maar het vestigingssaldo van deze leeftijdsgroep uit de Stedendriehoek was daarentegen positief.
Het vestigingssaldo van de 25-39 jarigen was vanuit alle landsdelen positief en vanuit Oost Nederland verreweg het grootst.
Min of meer hetzelfde patroon was te zien bij de jongste leeftijdsgroepen. Opvallend is overigens, dat het positieve vestigingssaldo van 0-11 jarigen (meeverhuizende kinderen) vanuit West Nederland iets groter was dan vanuit Oost Nederland.
Vestigingssaldo Apeldoorn 2013 t/m 2017 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Landsdeel | |||||||
Leeftijd | Onbekend of buitenland | Noord-Nederland | Oost-Nederland | West-Nederland | Zuid-Nederland | Totaal 2013-2017 | Waarvan Steden- driehoek |
onb. | 2 | 2 | |||||
0 - 3 | 70 | 47 | 168 | 232 | -6 | 511 | 12 |
4 - 11 | 58 | 72 | 165 | 224 | 12 | 531 | 21 |
12 - 17 | 155 | 33 | 182 | 71 | -2 | 439 | 33 |
18 - 24 | 400 | -16 | 201 | -848 | -90 | -353 | 261 |
25 - 39 | 321 | 178 | 1.015 | 267 | 55 | 1.836 | 266 |
40 - 54 | -48 | 87 | 256 | 370 | 27 | 692 | -43 |
55 - 64 | -17 | 12 | 22 | 139 | -5 | 151 | -65 |
65 - 74 | -72 | 53 | -3 | 31 | 11 | 20 | -17 |
75 - 84 | -1 | 9 | -24 | -2 | 3 | -15 | 10 |
> 85 | -1 | -6 | -5 | 11 | -5 | -6 | 6 |
Totaal | 865 | 469 | 1.977 | 495 | 0 | 3.806 | 484 |
Bron: GBA/BRP Apeldoorn
Vergrijzing en ontgroening zetten door
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de leeftijdsverdeling van Apeldoorn over de afgelopen jaren. Opvallend is, dat het aantal en aandeel (zie de figuur op de volgende pagina) 0-3 en 4-12 jarigen de afgelopen licht afnam, maar dat het aantal 13-17 jarigen iets is toegenomen. De afname van de jongste leeftijdsgroepen kan er op wijzen, dat de ontgroening de komende jaren (iets) zal gaan versnellen. Het substantiële vestigingssaldo van deze groepen (zie hierboven) zorgt hierbij wel voor een dempend effect.
Bevolking naar leeftijd absoluut op 1 januari
Leeftijd | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
0-3 | 6.498 | 6.518 | 6.355 | 6.322 | 6.267 | 6.259 | 6.334 | 6.254 |
4-12 | 16.777 | 16.678 | 16.528 | 16.282 | 16.015 | 15.891 | 15.623 | 15.601 |
13-17 | 9.410 | 9.426 | 9.419 | 9.575 | 9.721 | 9.878 | 10.062 | 9.998 |
18-24 | 11.887 | 11.970 | 12.132 | 11.946 | 11.938 | 11.954 | 12.052 | 12.465 |
25-39 | 27.208 | 26.817 | 26.420 | 26.266 | 26.337 | 26.667 | 27.040 | 27.357 |
40-54 | 35.884 | 36.072 | 36.044 | 35.902 | 35.529 | 35.106 | 34.567 | 33.993 |
55-64 | 22.062 | 21.641 | 21.389 | 21.341 | 21.521 | 21.853 | 22.191 | 22.544 |
65-79 | 19.261 | 20.451 | 21.469 | 22.288 | 23.016 | 23.634 | 24.247 | 24.905 |
80+ | 7.232 | 7.377 | 7.550 | 7.612 | 7.762 | 7.809 | 7.937 | 8.022 |
Totaal | 156.219 | 156.950 | 157.306 | 157.534 | 158.106 | 159.051 | 160.053 | 161.139 |
Bron: GBA/BRP Apeldoorn
Zowel het aandeel als aantal 18-24 jarigen is de afgelopen jaren redelijk stabiel geweest en in 2018 zelfs iets gestegen. Het aantal 25-39 jarigen daalde tot 2014, maar nam daarna weer toe. Het positieve vestigingssaldo van de 25-39 jarigen (ook met kinderen) heeft de afgelopen jaren gezorgd voor een lichte groei van deze groep. Ten opzichte van 5 jaar eerder (2014) is het aandeel in 2018 nu zelfs iets hoger (zie grafiek hieronder).
Daarnaast wonen in Apeldoorn relatief veel ouderen. Tussen 2014 en 2018 is het absolute aantal 65 plussers in Apeldoorn gestegen met ruim 3.000 personen naar in totaal 32.927. Relatief gezien is het aandeel 65+ gestegen van 19,0% op 1 januari 2014 naar 20,4% op 1 januari 2018. Daarmee is Apeldoorn één van de meest vergrijsde grote gemeenten van Nederland. Het aandeel 65+ ligt ook ruim boven dat van heel Nederland, dat 18,5% bedroeg op 1 januari 2017.
En het aantal 65-plussers in Apeldoorn zal volgens de beschikbare bevolkingsprognoses naar verwachting nog groeien naar zo’n 47.400 in 2040 (zie figuur hieronder). Dat is een toename van ca. 44% ten opzichte van 2018.
Maar er zijn verschillen in groeitempo tussen de oudere leeftijdsgroepen. Het verwachte aantal 65 t/m 74 jarigen voor 2040 is zo’n 21.000, bijna 11% meer dan nu. Dat van de 75 t/m 84 jarigen is ca. 18.000, een toename van ongeveer 80% t.o.v. 2018. En de verwachting is, dat het aantal 85-plussers in Apeldoorn groeit naar ruim 8.000 in 2040, zo’n 113% meer dan in 2018.
Bron: BRP en CBS/Primos
* Primos en CBS prognoses verschillen nauwelijks van elkaar wat aantallen ouderen betreft